Archief

Streekhistorie: De Leeuwenwoning

Al in de zestiende eeuw zijn er gegevens te vinden over de bewoning van de zogeheten 'Leeuwenwoning', aan de Oostgaag nr. 11-13. In de Leenkamerboeken (een soort pachtregisters) wordt in 1553 Cornelis Jan Harmenszoon Cassenaers genoemd. Cassenaers was ambachtsbewaarder: hij had opdracht om namens de ambachtsheer toezicht te houden op onder andere de waterstand, de molens en de visrechten van de Kralingerpolder, ook wel toentertijd 'aghter de Gaegh' genoemd. Vanaf 1698 kunnen we de bewoning volgen via de Verpondingsregisters (belasting op onroerend goed). Diverse families verwant aan elkaar, worden als eigenaar vermeld. Op de kaart van Kruikius uit 1712 is heel duidelijk de boerderij getekend. De boerderij is omgeven door een grote boomgaard en ligt aan het water met aan weerszijden de boerderijen 'Duivenvlugt' en 'Burghoeve'. Deze situatie is , ondanks de huidige bebouwing, nog steeds herkenbaar.

In de achttiende eeuw is de boerderij een tijd lang in bezit geweest van de familie Van 's-Gravenzande, advocaten en medici te Delft. Al vanaf de zeventiende eeuw was het een gewoonte voor rijke stedelingen om te investeren in onroerend goed, onder andere in land en boerderijen. Het buitenleven kwam in trek en werd verheerlijkt. Het leven in de stad werd in de zomer als ongezond ervaren. Daarom reisden veel families per koets of schuit voor een dag of meer naar buiten om daar te genieten van de landelijke sfeer. In 1816, na de Franse Tijd, werd de familie Van der Kooij eigenaar van deze boerderij. Te beginnen met Jacob Jacobszoon (1791-1859), oorspronkelijk afkomstig uit 't Woudt. Opeenvolgende generaties hebben er geboerd tot in de jaren negentig van de vorige eeuw.

Vroeger heette de boerderij 'Rust-Hoff'. De woning trekt aandacht vanwege zijn uitgebouwde koepel, de hoge witte muren en de dampalen met de twee leeuwen, die elk een familiewapen omklemmen. In de jaren dertig van de vorige eeuw schilderde de Rotterdamse architect J. Verheul Dzn. deze boerderij. Op de aquarel zien we voor het statige huis de boer afgebeeld. Links achter de boerderij is een klein stukje van de stal te zien, die haaks op het voorhuis ligt. Deze stal is een aantal jaren geleden gerenoveerd. Vooral de achtkantige koepel bepaalt het uiterlijk van het huis. De boerderij had oorspronkelijk, net zoals veel andere boerderijen in Midden-Delfland aan de noordzijde een opkamer en aan de zuidzijde van het voorhuis twee slaapkamertjes. Deze kamertjes werden in de achttiende eeuw vervangen door een uitbouw met koepelkamer. Waarschijnlijk diende deze koepelkamer als 'herenkamer' voor de eigenaar. Er wordt ook over 'jachtkamer' gesproken. Werd hier over de plaatselijke jacht gediscussieerd? De uitbouw is later voorzien van een extra verdieping en werd apart bewoond. Ook de verlengde opkamer werd verbouwd en zo geconstrueerd dat er een tweede huis ontstond.



De 'Leeuwenwoning' met koepelkamer (foto MtH, winter 2016)



De 'Leeuwenwoning' met tweede huis (foto MtH, winter 2016)

In de jaren negentig van de vorige eeuw werd in het kader van de reconstructie van Midden-Delfland door de toenmalige boer W. van der Kooij bedrijfsverplaatsing aangevraagd en de woning aan de agrarische bestemming onttrokken. De oorspronkelijke naam 'Rust-Hoff' werd meegenomen naar het nieuwe boerenbedrijf in de Aalkeetbuitenpolder. Het monumentale pand aan de Oostgaag werd woonboerderij en draagt nu de naam 'Leeuwenwoning', vanwege de hekpijlers met leeuwen.

Auteur: Trudy Werner-Berkhout van de Historische Vereniging Maasland