Archief

Streekhistorie: De slag om Ockenburgh

Binnenkort worden de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog herdacht , eerst op 5 mei bevrijdingsdag, maar daarna op 10 mei de herdenking dat ons land op die datum in 1940 bij de oorlog betrokken raakte. Het plan van de Duitsers was om met een luchtlandingsoperatie bij verrassing de drie vliegvelden rondom Den Haag, Ypenburg, Ockenburgh en Valkenburg, in te nemen.

Vanaf de vliegvelden zouden ze snel naar Den Haag oprukken om nog dezelfde dag de stad in te nemen en de regering, de leden van het koningshuis en het militaire opperbevel gevangen te nemen. De aanval verliep voor de Duitsers niet helemaal volgens plan. Om de genoemde vliegvelden in te nemen zouden de Duitsers een aanval uitvoeren met parachutisten. Als die het vliegveld hadden ingenomen zouden er transporttoestellen landen om extra soldaten aan te voeren, die dan Den Haag zouden moeten innemen. De Junker transportvliegtuigen (Te zien op bovenstaande afbeelding; In brand geschoten Junker 52 transportvliegtuigen op Ockenburgh) zouden continu heen en weer vliegen om zo duizenden Duitse soldaten via een luchtbrug aan te voeren. Door de hevige strijd die ontstond tussen Nederlandse en Duitse soldaten raakten de vliegvelden versperd met wrakken van in brand geraakte vliegtuigen. Hierdoor stokte de aanvoer van nieuwe Duitse troepen. De transportvliegtuigen die niet meer op de vliegvelden konden landen zochten in de buurt een uitwijk mogelijkheid om de soldaten af te zetten. Op weilanden en op wegen zocht men een landingsplek en op het nabij gelegen strand. Hier liepen verschillende vliegtuigen vast in de modder en het zand, waardoor ze niet meer op konden stijgen om in Duitsland nieuwe troepen te halen. Heel veel Duitse soldaten waren in groepen van enkele tientallen op verschillende plaatsen in het Westland geland. Zij probeerden zo snel mogelijk op de plaats te komen waar ze eigenlijk hadden moeten landen, de vliegvelden Ockenburgh of Ypenburg. In het Westland waren op verschillende plaatsen Nederlandse militaire eenheden gestationeerd die ingezet werden om deze verdwaalde Duitse troepen te bestrijden.



Bij de eerste aanvalsgolf waarbij parachutisten afgeworpen werden om de vliegvelden te veroveren is een groep van ongeveer vier vliegtuigen uit koers geraakt en die hebben toen hun parachutisten afgeworpen op de landerijen ten zuiden van het Staelduinse bos in 's-Gravenzande. Deze parachutisten hadden moeten landen op vliegveld Ockenburgh, maar in de ochtendschemering heeft de leidende piloot het Staelduinse bos aangezien voor het bosgebied naast Ockenburgh. De Duitse parachutisten hadden al snel door dat zij verkeerd waren geland en probeerden toen via de Heenweg en 's-Gravenzande naar Ockenburg op te trekken. De Nederlandse militairen die gelegerd waren in Hoek van Holland en 's-Gravenzande hadden de Duitse parachutisten zien landen bij het Staelduinse bos en die hebben er patrouilles op uitgestuurd om poolshoogte te nemen. Bij het Staelduinse bos en in de Heenweg en op de Naaldwijkseweg in 's-Gravenzande is het toen tot een vuurgevecht gekomen tussen Nederlandse en Duitse soldaten waarbij aan beide kanten doden en gewonden vielen. De Nederlanders dachten in eerste instantie dat de Duitse parachutisten het Fort in Hoek van Holland wilden aanvallen. Dat kwam ook omdat er later nog meerdere Duitse transportvliegtuigen bij het Staelduinse bos landden om soldaten af te zetten. Dit waren echter vliegtuigen die niet meer op Ockenburgh of Ypenburg konden landen en een geschikte plek zochten om de soldaten af te zetten. De piloten hebben waarschijnlijk de parachutes op de landerijen zien liggen van de groep parachutisten die verkeerd waren afgeworpen en dachten toen, hier is al een concentratie van onze troepen, daar voegen we onze manschappen aan toe. In groepjes probeerden nu de Duitse soldaten naar Ockenburgh te komen, maar inmiddels waren er vanuit Naaldwijk en 's-Gravenzande Nederlandse soldaten op uitgestuurd om dit te verhinderen en de Duitse troepen uit te schakelen. Op strategische plaatsen werden barricades en wegversperringen opgericht, zodat het steeds moeilijker werd voor de Duitsers om er door te komen. Dit leidde wel op verschillende plaatsen tot onoverzichtelijke schermutselingen en schietpartijen.

Vastgelopen transportvliegtuig bij Staelduinse bos

Vliegveld Ockenburgh was in de ochtend veroverd door de Duitsers en ook Ypenburg was grotendeels in Duitse handen. Het Nederlandse leger begon al snel met een tegenaanval om de beide vliegvelden te heroveren. Ook militaire eenheden uit het Westland werden daarvoor ingezet. In 's-Gravenzande waren in de gebouwen van veiling Woutersweg verschillende batterijen artillerie gelegerd. Deze werden vroeg in de ochtend naar Ypenburg gestuurd om daar te helpen bij de verdrijving van de Duitsers. De kortste route was via de Naaldwijkseweg naar Naaldwijk, maar omdat er bij de Heenweg Duitsers zaten en er een schotenwisseling geweest was, besloot men om te rijden via Monster en Poeldijk. Ook in Honselersdijk waren artillerie eenheden gestationeerd en die werden naar Poeldijk verplaatst om van daaruit vliegveld Ockenburgh te beschieten. Om Ockenburgh te heroveren zou er vanuit Den Haag door verschillende compagniën Grenadiers en vanuit Monster door een Bataljon Jagers gelijktijdig een aanval ingezet worden. Het eerste Bataljon van het regiment Jagers begon tussen 7 en 8 uur 's ochtends vanaf het kruispunt bij de korenmolen via de Haagweg op te rukken richting Ockenburgh. Zij kregen al snel vuurcontact met verspreide Duitse eenheden die geland waren op het strand of ten zuiden van het vliegveld Ockenburgh. Hierna besloot men het duingebied in te gaan en over een breed front verder op te rukken. Er waren drie compagniën die over de breedte van het gebied verdeeld werden, een in het duingebied, een links van de Haagweg en een rechts van de Haagweg. De tweede compagnie raakte in de duinen in een hevig gevecht met Duitse eenheden verwikkeld en die kwamen daar vast te zitten en verloren het contact met de andere twee compagniën. De 1ste compagnie raakte bij Ockenrode en boerderij Solleveld ook in hevig gevecht met Duitse eenheden en de 3de compagnie stuitte bij de Belvédère aan de Monsterseweg in Loosduinen op hevige Duitse tegenstand. De Belvédère was een kunstmatige heuvel waarop de Duitsers een mitrailleurpost hadden opgesteld en daarmee de hele Monsterseweg en het omliggende terrein met hevig vuur konden bestrijken. De Jagers leden hier grote verliezen en konden daardoor niet verder oprukken.



De Belvédère of kunstmatige heuvel langs de Monsterseweg bij Loosduinen (de Paalberg)



Uitzicht vanaf de Belvédère richting Loosduinen



De Grenadiers hadden vanuit Den Haag inmiddels de aanval ingezet op het vliegveld. Hierbij werden ze goed ondersteund door de artillerie eenheden uit Poeldijk. Zij konden zeer gericht vuur afgeven omdat een vuurgeleidingspost was ingericht in de Monsterse watertoren. De kanonnen in Poeldijk hadden al veel gelande vliegtuigen in brand geschoten, ook beschoten zij zeer hevig de Duitse versterkingen waardoor de Grenadiers onder dekking van het kanonvuur een stormaanval op het vliegveld konden uitvoeren. Dit lukte, vliegveld Ockenburgh werd heroverd en de Duitsers werden verdreven. Zij trokken zich terug in het bosgebied van het landgoed Ockenburgh, waar zij zich ingroeven en nog steeds probeerden van daaruit Den Haag aan te vallen. Dat probeerden de Duitsers via Loosduinen, maar omdat de Nederlandse verdediging daar inmiddels was versterkt lukte het de Duitsers niet om door te breken. De Nederlands Jagers die vanuit Monster kwamen probeerden nog wel het bosgebied van Ockenburgh binnen te trekken om de Duitsers uit te schakelen, maar die hadden inmiddels zo'n sterke verdedigingslinie opgebouwd dat er geen doorkomen aan was. Na de nodige verliezen geïncasseerd te hebben besloot men zich terug te trekken op Ockenrode om daar te hergroeperen.



Vastgelopen transportvliegtuig op het strand bij Monster



Later kregen de Jagers opdracht om op te rukken naar Loosduinen om van daaruit de volgende dag de Duitsers op Ockenburgh aan te vallen en uit te schakelen. Heel behoedzaam trok men via de Monsterseweg op naar de Belvédère maar tot verrassing van de Nederlandse soldaten bleken de Duitsers deze sterke positie verlaten te hebben. Men kon nu ongehinderd optrekken naar Loosduinen. Vreemd genoeg verzuimden de Nederlandse troepen om de Belvédère in te nemen en te bewaken en toen men de andere dag probeerde landgoed Ockenburg te veroveren bleek de heuvel weer in Duitse handen te zijn en kreeg men hier vandaan zulk zwaar vuur dat de aanval mislukte.



Regiment Jagers gelegerd in Monster



Eerst moest de Belvédère ingenomen worden voordat men Ockenburgh opnieuw kon aanvallen. Aan het eind van de dag op 11 mei werd de heuvel aangevallen, maar bleek die weer door de Duitsers verlaten te zijn. De andere dag zou weer geprobeerd worden Ockenburgh aan te vallen, maar in de nacht van 11 op 12 mei zijn de Duitsers ongezien weggeslopen en door de landerijen richting Wateringen gegaan. De Duitsers hadden het plan om Den Haag te veroveren opgegeven en besloten hun troepen aan te sluiten bij eenheden die zich in en om Rotterdam hadden ingegraven. Dat is de Duitse soldaten die vanuit Ockenburgh kwamen ook gelukt. Dit had echter niet veel nut meer, omdat door het uitgevoerde terreurbombardement op Rotterdam op 14 mei, het Nederlandse leger besloot te capituleren.


Auteur: Ton Immerzeel van het Westlands Museum