Archief

Streekhistorie: De Wennekerkade

In het Monumentenweekend is de succesvolle tentoonstelling 'Kerkenpaden in Midden-Delfland' afgesloten. Een van de winstpunten van zo'n tentoonstelling is, dat er altijd aanvullingen komen van bezoekers. We werden geattendeerd op het bestaan van de Wennekerkade tussen Delft (Abtswoude) en Den Hoorn. Een onderzoekje in enkele archieven leverde relevante gegevens op over de aanleg, het onderhoud en het gebruik van dit pad. Het is meegenomen in de inventarisatie van Kerkenpaden in Midden-Delfland, die digitaal is te raadplegen op de website van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden: www.historischeverenigingoud-schipluiden.nl. Eén hoofdstuk betreft de Wennekerkade.

Plannen voor de aanleg van een polderpad

De Wennekerkade was een verbinding tussen de Abtswoudseweg (Abtswoude), voor de knik naar de Schie, en de Tanthofkade. Aanvankelijk wilde men hier zelfs een weg aanleggen. Dit plan hing samen met de bouw van de rooms-katholieke kerk in Den Hoorn. Hierdoor zouden de bewoners uit het poldergebied van Abtswoude een rechtstreekse verbinding krijgen met de kerk en de r.k. school in Den Hoorn. Over dit plan zijn verschillende stukken bewaard gebleven in het archief van de parochie Den Hoorn. Op 26 oktober 1915 zocht het Bisdom Haarlem contact met Willem Wenneker, een r.k. vrijgezelle boer in Abtswoude. Over zijn land liep vanouds een kade die de scheiding vormde tussen de Krakeelpolder en de Lage Abtswoudsche Polder. Kruikius noemde deze kade in 1712 de 'Twaelf Morgens Kade'. Deze route werd reeds in de Late Middeleeuwen door Abtswouders gebruikt om de Mariakapel aan de Tanthofkade in Den Hoorn te bezoeken. Nu ontstond het voornemen om op de kade een weg aan te leggen. Het gesprek met boer Wenneker over de verkoop van grond ten behoeve van een nieuwe weg liep stuk op de hoge vraagprijs, namelijk f 12.000,-. Dit betekende f 18,- per vierkante meter, dezelfde hoogte als de kosten van bouwgrond in Rotterdam. Hernieuwd overleg leidde niet tot een vermindering van de vraagprijs. Daarna zocht de parochie voor het plan steun bij de gemeente Hof van Delft. Er werd overeengekomen dat de kerk de grond zou kopen en daarna zou overdragen aan de gemeente, die voor het onderhoud zou gaan zorgen. Omdat de gemeente Hof van Delft haar zelfstandigheid dreigde te verliezen - dit gebeurde op 1 januari 1921 - zag de lokale overheid af van de investering in de aanleg van de weg.



Boerderij van Willem Wenneker, later de familie Graveland, gesloopt ten behoeve van de woningbouw van Delft.


Onderhoud van het polderpad

Toen er in 1927 een Provinciaal Wegenplan werd ingediend, werd de verbinding opnieuw ter sprake gebracht. Als er een nieuwe provinciale weg van Loosduinen naar Rotterdam zou worden aangelegd dan bestond de mogelijkheid Abtswoude hierop te laten aansluiten. Via een brug over de Gaag kon dan de Rijksstraatweg bereikt worden. Dit plan werd niet gerealiseerd. In het archief van de Lage Abtswoudsche Polder, dat zich in het archief van het Hoogheemraadschap van Delfland bevindt, zitten verschillende stukken met betrekking tot de verharding van de Wennekerkade. Op 15 februari 1933 schreef het College van B&W van de gemeente Schipluiden aan L. van der Maarel, voorzitter van de Lage Abtswoudsche Polder, dat het geen uitspraak kon doen over de vraag of de Wennekerkade, die als kleipad op de legger van wegen en voetpaden stond, al of niet met koolas onderhouden mocht worden. Geadviseerd werd hiervoor een rechtskundige te raadplegen. De uitslag is onbekend.

Op 26 oktober 1946 schreef het bestuur van de Lage Abtswoudsche Polder een brief aan het de raad van de gemeente Schipluiden. Hierin wordt gemeld dat de polderkade, die gebruikt werd door kerkgangers, schoolkinderen en zakenmensen (marskramers) meer het karakter van een openbare verkeersweg had verkregen dan een kade voor polderdoeleinden. Het polderbestuur was van mening dat het niet aan hen lag om uit de polderkas hoge bedragen te reserveren voor het onderhoud van de kade, die nu vooral als verbindingsweg functioneerde. Dit hoorde meer tot de competentie van de burgerlijke gemeente. Het polderbestuur verzocht de gemeente de verharding en het onderhoud van het voetpad voor haar rekening te nemen. De Lage Abtswoudsche Polder wilde voor het jaarlijkse onderhoud wel enig geld reserveren.





De Wennekerkade op een vooroorlogse topografische kaart.


Plannen voor verharding van het polderpad

Uit de raadsvergadering van 20/23 januari 1947 blijkt dat de raad van Schipluiden niet afwijzend stond tegenover het beschikbaar stellen van geld uit de gemeentekas voor het maken van een begaanbaar pad over de Wennekerkade. Het polderbestuur moest echter zelf de werkzaamheden ter hand nemen en een begroting maken, waarna aan de gemeente een bijdrage kon worden gevraagd. De gemeenteopzichter had geconstateerd dat het pad zowel voor voetgangers als voor fietsers goed begaanbaar was te maken door er een laag koolas op aan te brengen. Dit afvalproduct was ruim voorradig, omdat steeds meer tuinders in Den Hoorn hun kassen met behulp van steenkool verwarmden. De kosten werden door de gemeenteopzichter beraamd op f 400,-. Ook zou een eenvoudig tegelpad kunnen worden aangelegd van tegels van 50 x 50 cm. De kosten hiervan werden begroot op f 2.500,-. Wel werd nog opgemerkt dat de belangrijkheid van de kade voor het voetgangers- en rijwielverkeer zou verdwijnen, wanneer de Abtswoudseweg zou worden doorgetrokken naar de Buitenwatersloot. Dit is nooit gebeurd.

Wennekerkade wordt tegelpad

Op 19 juni 1947 deelde het College van B&W van Schipluiden het polderbestuur van de Lage Abtswoudsche Polder mee, dat Gedeputeerde Staten hun goedkeuring hadden gehecht aan het raadsbesluit van 2 april 1947, waarbij een bijdrage uit de gemeentekas werd verleend van 80% van de aanlegkosten van een tegelpad over de Wennekerkade, alsmede een bijdrage van 50% in de jaarlijkse onderhoudskosten. De andere 50% was voor het polderbestuur. Uit het bestek blijkt dat het tegelpad een lengte had van 1200 meter. Hiervoor werden betontegels gebruikt van 50 x 50 cm, dik 6 cm, gewapend met vier staafjes ijzer rond 6 mm. In totaal betrof het dus 2400 tegels. De tegels moesten op een zandbed van 5 cm dikte worden aangebracht en mochten circa 1 cm boven het omringende grasvlak komen te liggen. Met de uitgegraven grond moesten de taluds langs het pad worden versterkt. Het tegelpad diende zoveel mogelijk waterpas aangelegd te worden. De kosten bedroegen bij de laagste inschrijver f 4385,-. Dit was aannemer H.A. Haring uit Schipluiden die het werk mocht uitvoeren. De aanleg van het tegelpad liet echter nog even op zich wachten, omdat er in het najaar van 1947 geen cement voorradig was (een naoorlogs probleem). Inmiddels had ook de eigenaar van de grond, de heer Piet Graveland uit Overschie, in een brief van 18 oktober 1947, toestemming verleend voor de aanleg van het tegelpad. Wel stelde hij als voorwaarde dat het tegelpad binnen dertig dagen na de openstelling van Rijksweg 15 van Schiedam naar Westelijk Delft moest worden verwijderd. Deze weg is er ook niet gekomen. Pas eind 2015 werd de A4 door Midden-Delfland (ten westen van Abtswoude) in gebruik genomen. Een andere voorwaarde van Graveland was in 1947 dat de gebruiker te allen tijde het recht had om de slootkant langs het tegelpad met paard en machine te onderhouden. Het bestuur van de Lage Abtswoudsche Polder ging hiermee akkoord.



De Wennekerkade liep links van de boerderij richting Tanthofkade in de verte. Foto Maarten Graveland vanaf een flat in de wijk Voorhof van Delft, 1964.


Einde gebruik van het polderpad

Het onderhoud van de Wennekerkade kostte in 1951 f 118,- en in 1955 f 55,40. Op 1 februari 1960 werd Abtswoude door Delft geannexeerd. In een brief van 1 maart 1963 herinnerde het bestuur van de Lage Abtswoudsche Polder het stadsbestuur aan de verplichting om haar deel van het onderhoud van het tegelpad serieus te nemen. Nog liever zag zij dat de gemeente Delft het gehele onderhoud voor haar rekening nam. Sinds de aanleg van het tegelpad had het onderhoud nog geen f 100,- gekost. Het antwoord is niet bekend. In de loop van de jaren zestig is het pad door de stadsuitbreidingen (aanleg van de wijken Poptahof en Buitenhof) verloren gegaan. Ouderen kunnen zich het tegelpad nog wel herinneren.

Auteur: Jacques Moerman van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden