Archief

Streekhistorie: De eerste kerk van Ter Heijde na de Reformatie

Op 16 januari van dit jaar is de verbouwing gestart van het kerkgebouw van de Hervormde gemeente van Ter Heijde aan Zee. Het oostelijke deel van de kerk stamt uit 1720, het westelijke gedeelte is er in 1952 aangebouwd. Dit westelijke deel wordt bij de verbouwing afgescheiden van de huidige kerk en krijgt een nieuwe bestemming als ontmoetings- en vergaderruimte. Je zou kunnen zeggen dat hiermee wat betreft het houden van de diensten de situatie van 1720 wordt hersteld. De verbouwing is in zeer korte tijd met hulp van veel vrijwilligers afgerond. Zondag 4 juni 2017 is de eerste dienst gehouden in de geheel vernieuwde kerk. Het is niet algemeen bekend dat de huidige kerk een voorganger heeft gehad, waarvoor prins Willem van Oranje in 1667 de eerste steen heeft gelegd. Over deze kerk, die in 1720 vanwege de voortdurende kustafslag moest worden afgebroken, gaat dit artikel.

Voor de Reformatie heeft in Ter Heijde een kapel gestaan. Deze is eind 16de eeuw geheel of gedeeltelijk afgebroken. Mogelijk is dat gebeurd om te voorkomen dat Spaanse soldaten zich er in zouden kunnen verschansen. Zeker is dat echter allerminst. In 1599 wordt volgens de rekening van de voogden (bestuurders) van Ter Heijde nog zand weggevoerd van de plaats van de kapel en in 1604 ontvangen ze 30 stuivers uit handen van Claes Lenertsz. Voois vanwege de verkoop van stenen die afkomstig zijn van de kapel.

Na de Reformatie kerkten de inwoners van Ter Heijde jarenlang in Monster. Vooral voor de oudere inwoners viel het echter niet mee om over de zandweg naar Monster te lopen om daar ter kerke te gaan en na de kerkdienst dezelfde weg terug te moeten afleggen. Op zeker moment hebben de inwoners van Ter Heijde daarom het verzoek gedaan een eigen kerkelijke gemeente te mogen stichten. In reactie daarop gaven de Staten van Holland op 24 september 1663 toestemming voor de aanstelling van een eigen predikant. Die datum wordt dan ook algemeen aangehouden als het begin van de zelfstandige Hervormde Gemeente van Ter Heijde.



Thomas Heeremans, Gezicht op Ter Heijde vanaf het strand, 1677. Het in 1668 in gebruik genomen kerkje staat gevaarlijk dicht bij het strand. Collectie RKD, Den Haag.

De eerste dominee was de uit Enkhuizen afkomstige Wilhelmus Visch. Men hield aanvankelijk kerkdiensten op de zolder van het gasthuis, maar dat was vanwege de kou in de winter en de hitte in de zomer niet altijd een onverdeeld genoegen. Ook was de zolder voor sommige inwoners moeilijk toegankelijk. Begin 1667 vroeg de kerkenraad daarom, samen met het ambachtsbestuur van Monster, toestemming aan de prins van Oranje om een eigen kerk te mogen bouwen. De jonge prins verleende die toestemming binnen een paar maanden. Hij kwam vervolgens in hoogsteigen persoon op 1 november van dat jaar de eerste steen leggen. Van die plechtigheid bestaat het volgende verslag:

'Den Heer Prinse van Orangen (als daertoe speciaelyck versocht) legde op 1 deser den eersten steen van een nieuwe Kerck aen het seedorp Ter Heijde. Zyn Hoogheyts legging waren twee witte Albastertsteenen, waer in gehouwen waren de Letteren W.H.P.O. ende was gewapent met een silvere Troffel ende Ebbenhouten Maetstock, waer in, duym voedt, en Maetstock, cierlyck in silver ghesneden stonden. En van twee Haegse Juffrouwen een seemleere Schootskleet aengebonden, treedt uyt 't Huys van den Predicant ter plaetse daer men ghedachte Kerck soude optimmeren. Ende daer van een der voornaemste der twee Albastertsteenen ontfangende, leyde die in het Fondament, wederkeerende na 't Huys van den gemelden predicant. Is dien gebruyckelyck, wel getracteert. Latende het Troffel en Maetstock ter gedachten aen de Kerck. Den Prins tracteerde daer na weder die Heeren welcke hem Ter Heij hadden onthaelt, tot Scheveningen op Soetenburg.'

Ten behoeve van de nieuwbouw werden van verschillende leden van het Oranjehuis geldelijke bijdragen ontvangen. Zo schonk Amalia van Solms 1000 gulden. Ook de Staten van Holland droegen 1000 gulden bij. Er werden verder speciale collectes gehouden in verschillende kerken in de regio. Hoe die eerste kerk er heeft uitgezien is niet precies bekend. Op de kaart van landmeter Kruikius uit 1712 zijn bij nauwkeurige beschouwing slechts contouren van de kerk zichtbaar. Ook op een schilderij van Thomas Heeremans uit 1677, voorstellende een strandgezicht bij Ter Heijde, is de kerk van enige afstand afgebeeld. Wel zijn er gedetailleerde bestekken en rekeningen bewaard gebleven, die een redelijke indruk geven van de gang van zaken bij de bouw en van de uiteindelijke vorm van de kerk. De totale bouwkosten hebben ongeveer 7000 gulden bedragen. Het kerkje was binnen de muren gemeten slechts 8 bij 16 meter groot. Tegen de gevels van Leidse bakstenen stonden steunberen. De hoofdingang bevond zich aan de westkant en was 2,5 meter breed. In de zes ramen ter weerszijden van de kerk waren ijzeren roosters aangebracht, waaraan de glas-in-loodramen bevestigd waren. Tegen een van de zijgevels bevond zich een consistoriekamer van ongeveer 4 bij 5 meter. Boven de consistoriekamer waren de kerkvensters wat minder hoog dan in de rest van de kerk. Het houten dak van de kerk was belegd met blauwe dakpannen en op het dak stond een houten torentje, waarin de luidklok hing. Op de kerkvloer lagen rode bakstenen plavuizen. Om de timmerman niet op te houden moest de metselaar uiterlijk half april 1668 de muren gereed hebben. Het laatste metselaarswerk moest vervolgens uiterlijk eind mei 1668 klaar zijn.



P.C. la Fargue, Ter Heijde in 1752. Links de kerk van 1720. Op de achtergrond de kerk van Monster. Collectie Haags Gemeentearchief.

De inwoners van Ter Heijde hadden vanaf 1668 dus een eigen kerk, maar nog geen inkomsten om de kerk te onderhouden. Het zat hen daarom dwars dat zij nog steeds financieel moesten bijdragen aan het onderhoud van de toren en de kerk van Monster. Van iedere ton schol moesten zij ten behoeve daarvan een stuiver afdragen en van iedere kabeljauw of zalm een halve stuiver. De Heijdse herbergiers moesten van iedere ton bier tien stuivers en van elke stoop wijn een halve stuiver accijns betalen. Ook vloeide er een bepaalde som per vissersschuit in de Monsterse kas. De Heijenaren richtten zich daarom tot de Staten van Holland met het verzoek een deel van die inkomsten zelf te mogen houden ten dienste van de eigen kerk en het dorp Ter Heijde. Of dit verzoek is ingewilligd blijkt helaas niet uit de archieven.

Die eerst kerk is geen lang leven beschoren geweest. Door kustafslag was men al in 1720 genoodzaakt het gebouw af te breken. Ruim 350 meter landinwaarts werd een nieuwe kerk gebouwd. Zo veel mogelijk materiaal van het oude kerkje werd hergebruikt voor de nieuwbouw. De kerk van 1720 staat er heden ten dage nog steeds, al is er in de loop van drie eeuwen wel het een en ander aan verbouwd. Een deel van de kapconstructie van de kerk schijnt afkomstig te zijn van het eerste kerkje uit 1668. Het oostelijk deel van de huidige kerk stamt nog uit 1720. Het westelijke deel is er in 1952 aan toegevoegd. Dit westelijke deel is met de nu voltooide verbouwing dus weer afgezonderd van de kerkruimte en gaat de functie van verenigingsgebouw 'Irene' overnemen.

Bronnen:

P. Bos, De stichting van de kerkelijke gemeente Ter Heijde. In: Historisch Jaarboek Westland 2002.

Wim Duijvestijn, De bouw van de nieuwe kerk van Ter Heijde (1667-1668). Een ongepubliceerde beschrijving van de bouw aan de hand van oude bestekken en rekeningen, circa 1980.

Auteur: Leo van den Ende van de Werkgroep Oud-Monster