Archief

Streekhistorie: Een picknicktochtje naar Ter Heijde in 1890

Op zondag 15 juni 1890 organiseerde de Delftsche Wielrijderclub P.I.M. een fietstochtje vanuit Delft naar Ter Heijde aan Zee. Van dit tochtje is verslag gedaan in het blad De Kampioen van de in 1883 opgerichte Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond, de ANWB. Dat nog steeds bestaande blad is tegenwoordig het grootste verenigingsblad van Nederland en de ANWB is heden ten dage een organisatie met meer dan 4 miljoen leden. Eind 19e eeuw was het een vereniging die zich uitsluitend bezighield met het bevorderen van het recreatieve fietsen. Een van hun activiteiten was het selecteren van Bondshotels, waar leden tegen een gereduceerd tarief konden dineren en overnachten. Er waren bij de hotels ook faciliteiten aanwezig om de fiets te repareren en de banden op te pompen. Hotel Overheijde in Monster was een voorbeeld van zo'n Bondshotel.

De eerste fietsen verschenen in de loop van de 19e eeuw op de weg. Aanvankelijk waren dat loopfietsen. Rond 1870 ontstond een fiets met een hoog voorwiel en een klein achterwiel. De trappers zaten aan het voorwiel. Het was een hele kunst om daarop overeind te blijven. Nog iets later werden de eerste fietsen met kettingaandrijving ontwikkeld.



Reparatie van een fiets bij een Bondshotel

Over de Delftsche Wielrijdersclub P.I.M., waarvan de leden dus kennelijk waren aangesloten bij de ANWB, is op internet niets terug te vinden. Ook is niet bekend waar de afkorting P.I.M. voor staat. Volgens het verslag in De Kampioen was de tocht naar Ter Heijde pas de derde officiƫle fietstocht van de club en was de club pas vier weken oud. Het doel was een 'pic-nic' te houden in de duinen nabij het dorp. De verwachtingen dat het een echte picknick zou kunnen worden waren echter laaggespannen. Daarvoor waren er volgens de schrijver van het verslag te weinig dames in het gezelschap aanwezig. Met andere woorden: het sprak kennelijk vanzelfsprekend dat het een taak van de dames zou zijn om dit deel van het evenement te verzorgen. Het weer was niet al te best die zondagmorgen, maar tegen de verwachting in kwam er op het afgesproken vertrektijdstip toch een achttal rijders opdagen van de 18 leden die de club inmiddels telde. Na een kwartiertje wachten kwamen er nog 6 leden opdagen en werd het sein voor vertrek gegeven. Onderweg pikte men nog een viertal leden op en was het gezelschap compleet: 16 heren en 2 dames. Onderweg hield het al snel op met regenen en kwam de zon door. Men had, ondanks het geringe aantal dames, toch zo veel etenswaren meegenomen dat het vervoer ervan 'wel eenigszins lastig was'. Dat gold vooral voor een van de beide dames die achterop een tandem een zware mand met etenswaren meesjouwde. Nadat dit probleem was opgelost, reed men onder 'vrolijken kout en zonder ongelukken' door Wateringen, Kwintsheul en Monster. Daar kreeg men wat oponthoud doordat er een hek, dat midden voor een steeg geplaatst was, dicht zat. Alle drie- en vierwielers moesten er volgens de schrijver overheen getild worden. Men reed dus kennelijk niet alleen op tweewielers! Eenmaal in Ter Heijde aangekomen had men veel bekijks van de plaatselijke bevolking. Nadat alle 'machines' waren tegen de 'onhebbelijk gladde en steile duinen' waren opgesjouwd, kon de picknick beginnen. Een van de dames had zelfs gebakjes gemaakt met de naam P.I.M. erop. Het schijnt een vrolijke boel geweest te zijn. Een van de leden gebruikte zijn 'signaalhoorn' om eruit te drinken.

Bondshotel Overheijde in de Choorstraat in Monster aan het begon van de 20ste eeuw

Op de terugweg naar Delft werd nog een keer 'aangelegd' en werd de Bondsmarsch gezongen. Van dit lied bestaat een brochure met als titel 'Wielrijderslied. Opgedragen aan den ANWB'. De tekst is van J.D.C. van Dokkum en de muziek van J.J. Koopman. Rond vier uur arriveerde men weer in Delft. De verslaglegger brengt aan het eind van zijn verslag nog een woord van hulde aan de twee hoornblazers in het gezelschap die de tocht hadden opgevrolijkt door zich onderweg van tijd tot tijd te laten horen. Het tweetal had ook goede diensten bewezen bij het handhaven van de orde en ze hadden in Ter Heijde vanaf een hoog duin het signaal om te vertrekken geblazen. De schrijver spreekt tot slot van zijn verslag de wens uit dat die zomer nog vele van dergelijke tochten voor P.I.M. zouden mogen opleveren.



wielrijderslied ANWB

Auteur: Leo van den Ende van de Historische Werkgroep Oud-Monster