Archief

Streekhistorie: Kwintsheul was even 'wereldnieuws'

Bij het Historisch Archief Westland in Naaldwijk kwam de vraag binnen of men iets wist van een ongeluk met een luchtballon dat in Kwintsheul had plaatsgevonden. Er zouden ook twee leden van het Koninklijk Huis bij betrokken zijn. Men dook in oude kranten en ontdekte dat er in 1932 inderdaad een ballon in Kwintsheul een noodlanding heeft gemaakt! Met behulp van die stukjes die in die week na de landing in verschillende kranten stonden is nu (voor zover mogelijk) een reconstructie gemaakt.

Het is 1932, al in het begin van december zakt de temperatuur mede door de harde oostenwind tot onder nul. Dit houdt dagen lang aan en er kan dan ook al snel op natuurijs geschaatst worden. Op zondag 10 december omstreeks negen uur 's ochtends stijgt er in Düsseldorf (Duitsland) een luchtballon op met de naam "Stadt Düsseldorf". Het ligt in de bedoeling een vlucht naar België te maken, maar dat liep anders!

Artikel Westlandsche Courant 14 december 1932

In de mand bevonden zich vier mannen, waarvan er twee hun eerste vlucht maakten. De andere twee waren ervaren ballonvaarders. De heer Pfeffer had de leiding, hij was de "Führer". De "Unterführer" (letterlijk verslag) was dr. Karl Münck. De twee nieuwelingen waren Otto Gaumnitz en Theo Jansen. Negen keer eerder was er met deze ballon gevaren en er waren nooit eerder problemen geweest. Men was ook al vaker in Nederland zonder moeilijkheden geland. Maar de tiende vaart zou niet goed aflopen...

Door de harde wind kwam men nog wel over Limburg (ze hebben de Rijn en de Maas gezien) maar daarna dreven ze richting Nederland. Kort na twaalf uur waren ze boven Den Hoorn en zagen ze de Noordzee! De mannen raakte enigszins in paniek, want met die koude oostenwind en temperatuur rond het vriespunt was dat niet de meest ideale plaats om te landen.

Het huis aan de Bovendijk 55 zoals het nu is. Waarschijnlijk woonde hier Jac. Hanemaaijer

waar het ongeluk in de tuin gebeurde.

Men gooide een aantal zakken zand over boord, iets wat tegen alle regels van de ballonvaart ingaat. Je hoort los zand of water overboord te gooien. Maar gelukkig ging dat nog goed, bij de eerste poging te ankeren lukte dat niet maar maakten ze wel schade aan het elektrische net. Ook de volgende poging was niet direct succesvol. Door de vorst van de laatste dagen was de grond zo hard dat het anker geen grip kreeg. Vanaf hier lopen de berichten uiteen.

In de Westlandsche Courant wordt vermeld dat ze eerst bij Raaphorst achter het voetbalterrein de grond raken. Daar zou Otto Gaumnitz al uit de mand geslingerd zijn. Terwijl hij aan de mand hing en onmogelijk door zijn medepassagiers gered kon worden, werd hij ongeveer 40 meter over de steenharde grond meegesleurd. Dat ging via het spruitenveld van J. Vijverberg tot het land van J. Hanemaaijer. Doordat het anker in een greppel bleef steken kwam de mand eindelijk tot stilstand. Daarbij was de klap zo groot dat de overige drie inzittende zich ook verwonden. De gewonde Otto is bij de bewoners van Bovendijk 55 (de familie Hanemaaijer) binnengebracht.

De heer dr. Karl Münck, een van de andere passagiers van de ballon was arts maar had geen verbandtrommel bij zich en kon daardoor niets doen... Daarom is dokter Hoogwater uit Wateringen er bij gehaald voor de eerste medische hulp evenals de pastoor van Kwintsheul die inmiddels ook ter plaatse was. Piet Lipman van VIOS brengt het slachtoffer met zijn ambulance naar het Westeinde ziekenhuis in Den Haag. De gemeentepolitie met de rijksveldwachter stelde een onderzoek in. Er werd beslag gelegd op de ballon en de instrumenten.

De drie anderen die ook wel enig letsel hadden opgelopen mochten nog niet terug naar huis in verband met het onderzoek. Later in de middag mochten ze onder politiebegeleiding een bezoek brengen aan het ziekenhuis maar de patiënt was niet bij kennis.

Zondagavond kregen ze hun spullen zoals de ballon en bijbehoren, weer terug. Na onderzoek was er geen mankement aan ontdekt en ook het vliegbrevet was in orde. Het was inmiddels te laat om nog naar huis af te reizen dus men overnachtte in hotel Terminus in Den Haag. Dat hotel stond recht tegenover het station Hollands Spoor en is in 1982 gesloopt.

Verslag uit de Sumatra Post

Dan de tweede lezing die in de Sumatra Post van woensdag 28 december 1932 staat. Het begin is hetzelfde als in de Westlandsche Courant, maar dan schrijft men dat de ballon zeer snel daalde en al erg laag was toen het anker op de hard bevroren grond kwam. Door die schok vloog de heer Gaumnitz uit het schuitje. Hij viel wel van zo'n 8 à 10 meter hoog. Hij bleef bloedend op de grond liggen en was buiten kennis. Toen de mand even daarna op de grond neerkwam was die klap zo hard dat de andere drie inzittenden ook gewond raakten.



Halve kaart van Nederland met de vliegroute in pijlen

Deze krant haalt ook een ooggetuige aan die tegen De Telegraaf zijn verhaal vertelde. Dat was de heer Hardonk uit Wassenaar. Hij reed met zijn wagen in Wateringen toen hij boven de polder een grote ballon zag die zichtbaar snel daalde. Hij zette zijn auto in Kwintsheul langs de weg en zag dat ze het anker uitgooiden dat door de hard bevroren grond geen grip kreeg.

Maar toen het anker toch grip kreeg was de schok zo groot dat de heer Gaumnitz uit het schuitje viel. Hij viel van een hoogte van acht à tien meter op de bevroren grond, en bleef daar bloedend en buiten kennis liggen. De heer Hardonk ging via het ijs op de sloot het veld in en ook de bewoners van het huis langs de Bovendijk snelden er naar toe. "Ik zag", zo vertelde de heer Hardonk, "dat de man die gevallen was er erg slecht aan toe was en waarschuwde de pastoor van Kwintsheul, die hem de laatste sacramenten toediende."

Men heeft de zwaargewonde man in het huis van Jac. Hanemaaijer gedragen. Hardonk reed ook nog naar Wateringen om de politie te waarschuwen. Met een ziekenwagen van VIOS-Autobusdienst is het slachtoffer naar het R.K. Ziekenhuis aan het Westeinde gebracht. Daar werd geconstateerd dat hij een schedelbreuk had, en men vreesde voor zijn leven.

Nadat de politie de ballon vrijgaf is de balloncommandant Hauptmann Erwin Pfeffer, een zeer bekend Duitse oorlogsvlieger uit Düsseldorf, nog tot zondagavond acht uur bezig om de ballon te bergen en in te pakken voor de terugzending naar Düsseldorf. Pas daarna had hij gelegenheid om de journalist te woord te staan. Dat geschiedde in hotel Terminus in Den Haag. Daar hebben de drie de nacht doorgebracht.



Artikel De Westlander 16 december 1932

Dr. Karl Münch had bij de landing zijn hoofd zodanig gestoten tegen de bevroren grond en was direct naar zijn hotelkamer gegaan met de nadrukkelijke boodschap dat hij zich te ziek voelde om nog gestoord te worden. Zo troffen ze in de lounge van het hotel alleen de heren Pfeffer, met een grote pleister op zijn hoofd, en Theo Janssen aan, die ook een bloederige schram op zijn voorhoofd had.

''Een gevaarlijke tocht, Herr Führer?"

"Had feitelijk niets te betekenen", was het antwoord.

"En de ongelukken dan?"

"Als Gaumnitz zich goed had vastgehouden, was er niets gebeurd", zegt de commandant. Toen de mand met enige vaart over de grond sleepte en daardoor schuin hing, viel hij er uit en bezeerde zich door de snelheid op de harde grond ernstig. Wij zijn er alle drie uitgestegen toen de vaart verminderd was en hebben slechts enkele schrammen opgelopen."

"Wanneer ging u uit Düsseldorf?"

"Hedenmorgen om negen uur stegen wij met de ballon 'Düsseldorf' op. Het was een zuiver sportieve tocht, zoals wij zo dikwijls bij goed weer op zondag ondernemen. Wij zijn meermalen in Nederland geland, zonder ooit een ernstig ongeval te hebben meegemaakt. Dit is het eerste incident, dat mij sinds de oorlogsjaren 1914-1918 overkomt. Wij dreven vanmorgen op een hoogte van 300 meter in N.W. richting over Limburg, en passeerden de Maas en de Rijn."

"Het was prachtig, zonnig weer daar boven. In het geheel niet koud. Het zal ongeveer twaalf uur vanmiddag geweest zijn toen we de Noordzee in de verte zagen opdoemen. Wij ontwaarden Den Haag. Het werd tijd om naar beneden te gaan en we besloten in de gemeente Wateringen te landen. Wij lieten gas ontsnappen en waren weldra boven een geschikt landingsterrein. Eerst moesten wij nog ballast uitgooien om een paar minder gunstige punten te ontgaan. Maar daarop verliep alles goed. Met enige snelheid begon de mand over de grond te slepen en alles zou vrij goed verlopen zijn als ook de heer Gaumnitz zich stevig had vastgehouden."

"Viel hij dan niet op enige hoogte uit de mand, zoals beweerd werd?"

"Absoluut niet", verzekerde Herr Pfeffer met nadruk. "Trouwens hoe zou dit ook gekund hebben. De mand van de ballon reikt tot borsthoogte der luchtvaarders, men kan er dus eenvoudig niet uitvallen, zolang de mand recht hangt. Bij het slepen over de grond kwam zij echter in scheve positie, waardoor het voor de inzittende niet gemakkelijk werd. De ballon zelf, die 1680 m3 inhoud heeft, is in het geheel niet beschadigd en is nu naar Düsseldorf teruggezonden."

Over de medewerking der politie en bevolking van Wateringen was de balloncommandant zeer te spreken. Men had hem alle hulp geboden die nodig was. Maandagmorgen vroeg gaan de drie luchtvaarders naar Duitsland terug.

Tot zover de lezing van de Sumatra Post van woensdag 28 december 1932.

Het doet niet erg sympathiek aan zoals de verantwoordelijkheid van het ongeval geheel bij het slachtoffer gelegd wordt, hij had zich vast moeten houden.... In de avond van dinsdag 13 december om haf tien overlijdt Otto Felix Gaumnitz in het ziekenhuis St. Johannes de Deo in Den Haag. Hij was geboren in Dresden en werkte en woonde in Düsseldorf als handelsreiziger. Hij is 28 jaar geworden. Zijn moeder was vanuit Duitsland overgekomen. Woensdag is zijn stoffelijk overschot naar zijn geboorteplaats Dresden in Duitsland overgebracht.



Overlijdensakte Otto Felix Gaumnitz

Dit is het verslag van het ballonongeluk in Kwintsheul. Het was groot nieuws en het bracht heel wat mensen op de been. Volgens de krant kwamen er ondanks de snijdende oostenwind veel mensen tot laat in de middag naar de Bovendijk.

In alle landelijke kranten stond er wel een stukje over. Blijft de vraag: door welke oorzaak is de ballon over een afstand van 240 km ongeveer 200 km naar het noorden afgebogen (afstand tussen Kwintheul en bijvoorbeeld Brussel)? Kwamen ze in een stevige noordwestelijke stroming terecht of was de navigatie niet correct? We komen er niet achter. Mochten er mensen zijn die meer weten over deze ongelukkige ballonvaart, laat het ons weten.

Auteur: C.M.G. van Leeuwen-de Vette van de Historische Vereniging Wateringen-Kwintsheul