Archief
Fred van der Ende

Fred van der Ende

Streekhistorie: Stoere burgervaders

Op 18 december is Bouke Arends benoemd en beëdigd tot burgemeester van gemeente Westland. In 2017 kwam hij in het nieuws vanwege serieuze bedreigingen waardoor hij moest onderduiken. Dat burgemeester geen veilig beroep is, heeft ook Jacob van der Goes in 1854 ondervonden. Daarover gaat dit artikel.

Arends is in 1966 geboren in Zuidbarge in Drenthe en was al op 21-jarige leeftijd lid van de gemeenteraad van Emmen. Vanaf 2010 is hij wethouder en in 2017 ook waarnemend burgemeester. In januari is Arends in die rol verantwoordelijk voor de sluiting van het clubhuis van motorclub No Surrender in Emmen. Hierna ontvangt hij serieuze bedreigingen. Hoewel hij niet van plan was om hiervoor te buigen, heeft hij op dringend advies van de hoofdofficier van justitie toch drie weken ondergedoken gezeten in Engeland. "Het voelde als een vlucht, alsof iemand anders heeft gewonnen. Het was een periode van boosheid, frustratie, een periode ook waarin de adrenaline door mijn lichaam gierde."



Grondwet - 5 juli 1854

In 1854 heeft een andere burgervader ook met bedreigingen te maken gehad. De aanleiding was het afschaffen van de jaarlijkse kermis in Naaldwijk. Jacob Adriaan van der Goes (geboren op 4 juli 1808 in Ravenstein in Noord-Brabant) was in 1851 gekozen tot burgemeester van de gemeente Naaldwijk.



Burgemeesterswoning van J.A. van der Goes in Honselersdijk, in 1851 gekocht op naam van zijn echtgenote E.M.A.F. de Jonge van Zwijnsbergen. Deze foto is rond 1900 genomen. Foto: HAW

Van der Goes was op dat moment secretaris en ontvanger bij de gemeente Monster. De gegoede burgers van Naaldwijk moeten zich gepasseerd hebben gevoeld omdat er een burgemeester 'van buiten' benoemd werd. De reden van zijn aanstelling kan zijn geweest dat hij als ex-zeeofficier orde en discipline hoog in het vaandel had. Vanwege gezondheidsredenen heeft hij de marine moeten verlaten, maar dat hij er wel profijt van zijn opleiding heeft gehad, blijkt uit het onderstaande verhaal:

Regen, wind een knetterende onweersbuien teisteren het Westland als op 23 september 1853 in Honselersdijk een groep kermisgangers beschonken langs de straten trekt. Ze joelen en schreeuwen en er spelen zich voor de nette burgerij 'ergerlijke tonelen' af. Het is zelfs zo erg, dat een aantal vooraanstaande Naaldwijkers het gemeentebestuur vraagt om de kermis in Naaldwijk en Honselersdijk te verbieden.



Raadsbesluit van 26 oktober 1853



Burgemeester Van der Goes is het daarmee eens, maar voorziet dat een andere deel van de bevolking het wel eens niet zo makkelijk zal pikken. Hij treedt daarom in overleg met zijn collegae uit de buurtgemeenten en slaagt erin om eenzelfde maatregel in het hele Westland ingevoerd te krijgen.



Groninger Courant - 20 december 1853



Naarmate de datum van de eerstvolgende kermis in Naaldwijk nadert, neemt het rumoer op straat gestaag toe. Vooral 's avonds is het een drukte van belang. De herbergen worden platgelopen. Er wordt overvloedig geschonken en gedronken. De burgemeester heeft slecht twee agenten, een nachtwaker en twee extra rijksveldwachters tot zijn beschikking. Als het sluitingsuur van de herbergen aanbreekt, geeft Van der Goes de agenten de opdracht op controle uit te gaan en zo nodig cafés te ontruimen.



Raadhuis van Naaldwijk met op de achtergrond hotel Torenburg. 1895. Foto: HAW



Recht tegenover het raadhuis staat de herberg Jan van der Waal - het latere hotel Torenburg. Overal gaat men gedwee naar buiten, maar bij deze herberg stuiten de agenten op verzet. De bezoekers weigeren de herberg te verlaten. De agenten dreigen zelfs onder de voet gelopen te worden en trekken zich terug. Een kritiek moment waarop de burgemeester heeft gewacht. Met de ambtsketen om en een geladen pistool op zak, gaat hij alleen naar binnen en verzoekt de aanwezigen de herberg te verlaten. Schorvoeten wordt hieraan gehoor gegeven. Maar de laatste is nog niet vertrokken of het volk komt in opstand. Men begint zich op te dringen, terwijl de wildste kreten worden geuit. Ze willen weer naar binnen.

De burgemeester begrijpt dat hij de toestand nu meester moet zien te blijven en gaat breeduit voor de deur staan. Maar men blijft zich roeren en enkele raddraaiers hebben het zelfs op zijn ambtsketen gemunt. Hij weet ze echter met enkele welgerichte vuistslagen uit te schakelen. Als een van de muiters driegt een vuurpot naar de burgemeester te gooien, grijpt deze zijn pistool en dreigt de eerste de beste die hem nadert neer te kunnen schieten. De beschonken massa trekt zich terug en de agenten sluiten de herberg. IJlings te hulp geroepen militairen hebben daarna een einde gemaakt aan de relletjes en de grootste raddraaiers opgepakt.

Dit verhaal is gebaseerd op het boek Uit de geschiedenis van het Westland van J.G. de Ridder. Of Van der Goes werkelijk een pistool getrokken heeft kunnen we niet achterhalen, maar dat hij zijn mannetje stond is wel aannemelijk.



Jacob Adriaan van der Goes (1808-1881) Foto: HAW

J.A. van der Goes is dertig jaar burgemeester van Naaldwijk geweest en in dezelfde periode ook twee keer van De Lier.

Klik hier voor de lijst met alle burgemeesters.

Auteur: Jolanda Faber van de Historische Vereniging Naaldwijk Honselersdijk