Archief

Streekhistorie: Truus Wijsmuller-Meijer en de Kindertransporten

Op 2 december j.l. werd in diverse landen herdacht dat 80 jaar geleden het eerste Kindertransport in Engeland aankwam. Ook in Hoek van Holland werd hierbij stilgestaan. Er werd in samenwerking met leerlingen van de Rijckevorselschool een kleine ceremonie bij het Kindermonument aan de Koningin Emmaboulevard gehouden. Veel mensen kennen dit prachtige monument, maar hoe kwamen die transporten nou tot stand?

Na de Kristallnacht van 9 op 10 november 1938 gaat in Groot-Brittannië een delegatie van Joodse leiders naar minister-president Chamberlain om hem om hulp te vragen met het redden van Joodse kinderen uit Duitsland, Polen, Tsjechoslowakije en Oostenrijk. Er wordt de volgende dag over gedebatteerd in het Britse Lagerhuis en men besluit dat er kinderen naar Groot-Brittannië mogen komen, onder diverse voorwaarden. Zo mogen er geen ouders meekomen, mogen de kinderen niet ouder zijn dan 17 jaar, en mogen ze maar 1 koffer meenemen. Hierin mogen geen waardevolle spullen zitten en per kind mag er hooguit 10 Reichsmark meegegeven worden. Veel van deze kinderen zullen over Hoek van Holland naar Engeland reizen.

Er wordt een heel netwerk van vrijwilligers opgezet in bovengenoemde landen, evenals Nederland en Engeland. Vanuit Nederland is de bankiersvrouw Truus Wijsmuller-Meijer een belangrijke spil in het geheel.

Truus Wijsmuller bij de onthulling van standbeeld in 1965. Foto NL-HaNA_2.24.01.03_0_918-2071



Al vanaf 1933 helpt ze het Bijzondere Comité voor Joodse Belangen met het naar Nederland halen van joodse volwassenen en kinderen, voornamelijk familieleden en vrienden van Hollandse joden.

Eén van de eerste groepen die ze begeleidt is georganiseerd door joodse leiders in Duitsland en vindt plaats van 1 op 2 december 1938. Dit bestaat uit kinderen die dakloos zijn geworden nadat hun weeshuis in brand is gestoken, nog voor de Kristallnacht. Zij vinden onderdak in Amsterdam.

Er vindt tegelijkertijd nog een transport, los hiervan, plaats van 200 kinderen. Dit waren o.a. jonge jongens die in kampen hadden gezeten, of het risico liepen opgepakt te worden, of waarvan de vader al in een kamp zat. Dit transport was eveneens door Joodse organisaties in Berlijn en Hamburg georganiseerd. Het was dit transport dat op 2 december herdacht werd.



De kinderen van het transport van 1 december 1938 staan in de vertrekhal in Hoek van Holland te wachten tot ze de boot op kunnen. Afbeelding Wiener Library Photo Archive WL47



Truus Wijsmuller is net terug in Amsterdam als ze uitgenodigd wordt om bij het Comité voor Bijzondere Joodse Belangen te komen praten. Daar wordt ze voorgesteld aan Norman Bentwich, die de Britse Council for German Jewry vertegenwoordigt en in die hoedanigheid verantwoordelijk is voor de emigratie van Joden uit Duitsland. Het lukt hem niet om van de Duitse autoriteiten toestemming voor de emigratie van de kinderen te krijgen, dus men verzoekt haar om in Wenen te gaan praten met Adolf Eichmann, om officiële toestemming te verkrijgen voor de transporten. Eichmann is verantwoordelijk voor het verstrekken van uitreispapieren van Joden (en wordt na de oorlog bekend als 'architect van de Holocaust').

Eichmann zit in een grote zaal, op een podium, met een herdershond naast zich. Hij staat niet op om haar de hand te schudden en snauwt haar toe dat hij niet gewend is om met vrouwen te onderhandelen. O dat is jammer, zegt ze, en gaat zitten. Hij zegt dat ze op moet donderen., maar ze blijft zitten. Hij vraagt haar of ze officiële papieren heeft uit Engeland (die heeft ze niet) schijnt met een felle lamp op haar en vraagt haar dan haar handschoenen uit te trekken, haar schoenen ook, ze moet zelfs haar rokken boven de knie op tillen. Ze vind hem een viezerd. Wat ze niet weet is dat hij beweerd dat hij door middel van een quasi-wetenschappelijke methode aan haar vingers, tenen, plooitjes bij de ogen, aan het neusbeen en de aan de oren kan zien of ze Joods of Arisch is. Maar Truus Wijsmuller is voor de duvel niet bang, laat staan voor de Nazi's, en ze laat zich dan ook niet van haar stuk brengen, hoewel ze het wel vreemd vindt. Eichmann zegt hoofdschuddend: 'so reinarisch un dann so verrückt'**.

Hij vindt het eigenlijk allemaal wel grappig: 'Na schön, machen wir 'nen Witz'** en zegt tegen haar dat ze 600 kinderen mee mag nemen, die dan op zaterdag weg moeten (het is een maandag als dit gesprek plaatsvindt). Als ze dit kan regelen, dan mag ze meer kinderen helpen. Eichmann denkt natuurlijk dat dit haar nooit op zo'n korte termijn zal lukken, en ook de Joden te kunnen pesten door hun kinderen op de Joodse sabbat te laten reizen.

Maar Truus Wijsmuller krijgt het wel voor elkaar. Engeland laat 500 vluchtelingetjes toe, de andere 100 worden in Den Haag opgevangen. Ze regelt met de Havenmeester van de Hoek, Gerrit Quint, dat de kinderen met de boot mee kunnen zodra ze in de Hoek aankomen. Het eerste transport van de 10.000 komt op deze zondag, 11 december 1938, aan in Hoek van Holland. Er staan voor de 100 kinderen die niet mee kunnen bussen klaar om ze naar Den Haag te vervoeren.

In het boek over Truus Wijsmuller en haar werk, "Geen Tijd Voor Tranen door" L. Vroonland, staat:

"Alles klopte in Den Haag en de Hoek. Ze zegt er niet veel over. Ze zegt niets over de vrouw die op de kade stond toen de Praag langzaam wegvoer, ze zegt niets over de vrouw die daar stond te wuiven naar dat schip met die lege reling: het was hartstikke koud, zegt ze een beetje ruw. De kinderen waren meteen in bed gestopt, maar ze wuifde het toch na, dat schip waarop haar kinderen veilig waren."

Ansichtkaart van de Prague. Collectie Henk van der Lugt

Hierna volgen de transporten elkaar in rap tempo op en per keer gaan er 150 kinderen mee, Engeland wil voortaan transporten die niet groter zijn dan 150 kinderen. Dat is ook makkelijker voor de Joodse organisaties die zo'n transport in een paar dagen klaar moeten maken, en voor de boot die de kinderen in de gewone lijndienst meeneemt. In december zijn er al 4 transporten per week.

In Nederland worden de treinen net over de grens opgewacht door vrouwen die klaar staan met limonade en maaltijden, snoep en speelgoed. Ook in de Hoek worden de kinderen opgewacht door vrouwen van diverse comité's.

De treinen hebben wel eens vertraging, en komen dan eigenlijk te laat voor de boot. Vaak wacht deze wel een paar uur, zo zegt Truus Wijsmuller in het boek 'Geen Tijd Voor Tranen' '[...] tot grote woede van de gewone passagiers, want dat waren in die spannende maanden alleen maar zakenlieden en die hadden afspraken in Londen'.

De bekende Hoekse Miep Jansen-van Vugt herinnert zich hoe haar vader Marinus, die bij de boot werkte, op een dag thuiskomt met de tranen in de ogen. Haar moeder vraagt wat er aan de hand is en hij zegt: 'wat ik nu gezien heb...een heleboel Joodse kinderen zijn met de trein meegekomen en met de boot nu onderweg naar Engeland'. Er zaten kinderen bij in reiswiegjes, net twee weken oud.

Tante Truus, zoals ze door de kinderen genoemd wordt, zegt over o.a. de kruiers in Hoek van Holland: ' [...] de kruiers die de kinderen op hun arm of hun schouder de loopplank van de boot opdroegen, hebben me altijd ontroerd; ik weet zeker dat al die duizenden kinderen van mijn transporten het zo hebben gevoeld: dit is een andere wereld-hier wonen goede mensen'.

Op 3 september verklaart Engeland de oorlog aan Duitsland, nadat deze Polen is binnengevallen. Hiermee stopt de bootverbinding tussen Nederland en Engeland. Er zijn op dat moment 10.000 kinderen gered.

Leerlingen van de Rijckevorselschool bij het Kindermonument op 2 december j.l. Foto Annelies Visser

Auteur: Mirjam Visser van het Historisch Genootschap Hoek van Holland



Dit is een ingekorte versie van van een artikel dat ik schreef over Truus Wijsmuller en hoe de Kindertransporten tot stand kwamen. Het hele verhaal is hier te lezen.