Archief

Streekhistorie: Vliegtuig bij Ter Heijde in beslag genomen

Op 28 juli 1914 verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië en enkele dagen later op 1 augustus 1914 Duitsland aan Rusland. Daarna volgden de oorlogsverklaringen van Duitsland aan Frankrijk, van Oostenrijk-Hongarije aan Rusland, van Servië en Groot-Brittannië aan Duitsland en van Frankrijk en Groot-Brittannië aan Oostenrijk-Hongarije. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was toen een feit.

De Nederlandse regering trachtte zich in dit conflict afzijdig te houden en handhaafde een strikte neutraliteit. Zo sloot zij de Schelde voor Britse en andere oorlogsschepen. Wel werd een algehele mobilisatie afgekondigd om de neutraliteit te verdedigen. Deze mobilisatie bleef tot het einde van de oorlog (november 1918) van kracht. Het veldleger telde 95.000 man. In totaal bracht Nederland 200.000 man onder de wapenen. Een deel van deze troepen werd in Monster en Ter Heijde gelegerd. Ook in andere Westlandse dorpen vormden gemobiliseerde militairen vier jaar lang een 'gewoon' onderdeel van het dorpsleven. Iedereen kent wel een foto van poserende militairen uit die tijd.

Een jaar voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was in Soesterberg op 1 juli 1913 de Luchtvaartafdeling (LVA), een Nederlandse militaire vliegdienst opgericht. De LVA zou worden uitgerust met enkele les- en verkenningsvliegtuigen. Zowel in Nederland als in Frankrijk werden toestellen aangekocht. Zo leverde Frankrijk een aantal anderhalfdekkers van het type Farman. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog doorkruiste de opbouw van de LVA. De ons omringende landen waren met elkaar in oorlog, waardoor de LVA slechts sporadisch in het buitenland nog nieuwe vliegtuigen kon bestellen.



Een 'creatieve' oplossing vormde het in beslag nemen (interneren) van vliegtuigen van de oorlogvoerende landen. Ruim honderd Belgische, Duitse, Engelse of Franse vliegtuigen landden als gevolg van motorstoring, brandstoftekort of navigatiefouten op het neutrale Nederlandse grondgebied. Vliegtuig en bemanning werden dan geïnterneerd. Indien mogelijk transporteerde de LVA de gestrande toestellen naar Soesterberg. Na een opknapbeurt werden deze vliegtuigen in de luchtvloot van de LVA opgenomen. Wel zorgde het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervoor dat de landen van herkomst een financiële vergoeding ontvingen. Dankzij deze geïnterneerde vliegtuigen kon de Nederlandse luchtvloot toch worden uitgebreid met de modernste toestellen.

Vliegtuig bij Ter Heijde

Het was groot nieuws in de Westlandsche Courant en andere dagbladen van 15 november 1916. Vlakbij strandpaal 112 bij Ter Heijde had een Belgisch vliegtuig op vrijdag 10 november een noodlanding gemaakt. Een dreigend benzinetekort als gevolg een navigatiefout was de oorzaak van dit onverwachte bezoek. De twee bemanningsleden, onderluitenant-vlieger René Vertongen en onderluitenant René Jonas werden direct door bewakingstroepen geïnterneerd en naar Den Haag overgebracht. Het vliegtuig namen de Nederlandse troepen in beslag. Het was een toestel van Franse makelij. Het ging om een Farman HF.40, een dubbeldekker die vooral voor verkenningstaken kon worden ingezet. Rond 1915 liepen de eerste exemplaren van deze tweezitter van stapel. Er werden er meer dan 1.000 stuks van gebouwd.



Vertongen

Op zondag 12 november liep het Heijdse strand vol met ramptoeristen die allemaal de Belgische ongeluksvogel wilden bekijken. Militairen hielden de nieuwsgierigen op gepaste afstand. 's Maandags arriveerden twee vrachtauto's. Het vliegtuig werd in delen ingeladen en eerst naar Den Haag en later naar vliegkamp Soesterberg vervoerd. Nederlandse technici maakten het toestel weer vliegklaar. De motor vervingen zij door een exemplaar dat afkomstig was uit een Franse Farman die bij Ritthem op Walcheren een noodlanding had gemaakt. Op 27 november 1916 was de HF.40 vlieggereed en opgenomen in luchtvloot van de LVA. Het toestel kreeg het registratienummer LA37.

Zelfs in Nederlands-Indië was Ter Heijde even in het nieuws. Onder het kopje 'Uit het Moederland', publiceerde op 9 januari 1917 De Preanger-Bode het verhaal van de Belgische aviateurs bij Ter Heijde.

Waarom een noodlanding?

De Belgische vlieger Vertongen vertelde aan de autoriteiten dat zij vanuit Le Havre waren vertrokken naar Engeland om militaire telegrammen en berichten over te brengen. Op vrijdagmiddag om 15.00 uur hadden zij vanuit Folkstone de terugreis aanvaard. Direct na het opstijgen werden zij overvallen door zeer dichte mist. Alle oriëntatie was onmogelijk. Zij vlogen toen op 1.500 meter hoogte. Vertongen besloot te dalen. Toen hij door het wolkendek dook, zag hij dat zij boven de Noordzee vlogen. Onder hen bevonden zich twee vlekken, die al naderend vijandelijke onderzeeboten bleken te zijn. De Farman was onbewapend en Vertongen vond het raadzaam om toch weer te stijgen. Uiteindelijk bemerkte hij dat zij niet boven de Franse maar boven de Nederlandse kust vlogen. De benzinemeter was bedenkelijk gedaald en terugkeer naar het materieeldepot te Beaumarais bij Calais was niet meer mogelijk. Een noodlanding op het Heijdse strand was de enige oplossing.

Geïnterneerd

Vanwege de neutraliteit hield de regering zich strikt aan alle internationale neutraliteitsbeginsels. Dit had nogal wat voeten in de aarde. Militaire vluchtelingen die over de Nederlandse grens kwamen werden ontwapend en vervolgens geïnterneerd. Interneren betekende niet dat ze als krijgsgevangenen werden beschouwd. Ze werden slechts 'geneutraliseerd', dat wil zeggen afgehouden van verdere oorlogvoering. Hetzelfde gold voor zeelieden en vliegers. De geïnterneerden kwamen voornamelijk uit België, Duitsland, Engeland en Frankrijk. Officieren werden gescheiden van manschappen. Als officieren de belofte gedaan hadden dat ze niet zouden ontsnappen uit Nederland, werden ze ondergebracht in hotels en pensions met een beperkte bewegingsvrijheid in een straal van tien kilometer. Officieren die deze belofte weigerden af te leggen, werden ondergebracht in zogenaamde interneringskampen, zoals te Urk en Amersfoort/Zeist.

Zowel Vertongen als Jonas gaven bij hun landing op het Heijdse strand hun 'erewoord' dat zij vooralsnog geen poging tot ontsnapping zouden ondernemen. Uiteindelijk weigerden zij de gebruikelijke verklaring te ondertekenen. Beide officieren werden daarop overgebracht naar het interneringskamp op het toenmalige eiland Urk. Een vreemde handelwijze van deze Belgische aviateurs, omdat hun regering enkele maanden eerder ten strengste alle militairen verbood uit zo'n kamp te vluchten. Bij aankomst in geallieerd gebied stond hen arrestatie te wachten. In 1917 werden de meeste geïnterneerde militairen vanuit Urk overgebracht naar een kamp te Zeist. Op 4 november 1917 ontsnapte Vertongen. Elf dagen later meldde hij zich in Beaumarais. Hoe hij vanuit Zeist zo snel Calais wist te bereiken blijft onduidelijk. Conform de gemaakte afspraken werd hij daar gestraft voor zijn ontsnapping. Zijn collega René Jonas bleef waarschijnlijk tot aan de wapenstilstand van 1918 in Nederland.



Voor de laatste keer in het nieuws

Op 9 februari 1918 meldde een correspondent uit Le Havre aan diverse Nederlandse couranten dat de Belgische vlieger-luitenant René Vertongen werd vermist. Vanuit Calais was hij met zijn Hanriot HD1 opgestegen om dit nieuwe vliegtuig naar het front te brengen. Waarschijnlijk was hij door dichte mist met zijn vliegtuig in zee gestort. Een visser zag het toestel vallen. Pas op 14 april werd zijn lichaam geborgen en vier dagen later begraven in Calais. Op 2 februari 1923 is hij herbegraven op Schoonselhof te Antwerpen.

Op het strand van Ter Heijde kwamen geen andere vliegtuigen meer naar beneden. Slechts aangespoelde en ontploffende mijnen en de aanwezigheid van gemobiliseerde soldaten waren in Ter Heijde stille getuigen van de 'Groote Oorlog'.

Meer lezen

Nederland en Oranje. Anti-Revolutionair Weekblad voor het Westland en omgeving, 11 (1916) nr. 567, 18 november 1916

Nieuwe Rotterdamsche Courant, 18 november 1916

Nieuwe Tilburgsche Courant, 9 februari 1918

Westlandsche Courant, 15, 25 november 1916, 28 april 1917

F. Gerdessen en N. Geldhof, De internering van vliegtuigen tijdens de Groote Oorlog (Maarssen 2016).

R. de Winter, Bakermat Soesterberg. Een eeuw militaire luchtvaart in Nederland 1913-2013 (Amsterdam 2013).

http://www.wardeadregister.be/nl/content/vertongen-8

Illustraties

1. Gemobiliseerde militairen voor de Monsterse veiling.

(Collectie Thomas van Straalen, Monster)

2. Jager Willem Kappe uit Staphorst naast de gelande Farman F.40.

(Foto van kleinzoon Willem Kappe, Nijkerk)

3. Portret van R.E.A.M. Vertongen (1877-1918).

(http://www.wardeadregister.be/nl/content/vertongen-8)

4. De Farman F.40 klaar voor de start van Soesterberg.

(Nederlands Instituut voor Militaire Historie, LVA, inv.nr. 2157_006788)



Auteur: Adri van Vliet van de Werkgroep Oud-Monster