Achterstand huisvesting statushouders Westland weggewerkt

Westland heeft de achterstand in de huisvesting van statushouders volledig weggewerkt. Dit blijkt uit antwoorden van het college op vragen van de fracties over de financiële jaarstukken 2018 van de gemeente. De dreiging van de provincie dat er juridisch zou kunnen worden ingegrepen, waar begin dit jaar nog sprake van was, is daarmee van de baan.

Eind 2018 was de achterstand in de huisvesting van statushouders nog 37 personen. Omdat er in de eerste helft van 2019 ook 37 personen aan een woning moesten worden geholpen, was de taakstelling 74 personen. "In het eerste halfjaar van 2019 heeft inmiddels plaatsing van 74 personen plaatsgevonden, waarmee de achterstand volledig is weggewerkt", schrijft het college.

Wethouder Van der Stee meldde in februari nog dat de taakstelling in het eerste halfjaar 50 personen was. Maar in april liet het ministerie van Binnenlandse Zaken weten dat de taakstelling landelijk kon worden teruggebracht, voor Westland ging die naar 37 personen.

Uit een overzicht van het ministerie blijkt verder dat Westland moment al 14 statushouders meer heeft gehuisvest dan de opdracht van 74. Omdat de taakstelling voor de tweede helft van dit jaar ook 37 personen is, hoeft Westland de rest van het jaar nog maar 23 statushouders aan een woning te helpen.

Uit datzelfde overzicht blijkt dat Midden-Delfland in 2018 meer statushouders heeft gehuisvest dan opgedragen (16 versus 13). De gemeente begon dit jaar met een 'plus' van 12 en kreeg een taakstelling van 7 voor het eerste halfjaar. Omdat in april 5 statushouders een woning kregen, is de realisatievoorsprong momenteel 10 personen. De taakstelling voor het tweede halfjaar (7) is dan ook nu al vervuld.

Datzelfde geldt ook voor Maassluis. Maar die gemeente heeft dan ook een grote realisatievoorsprong. Die is dit jaar van 53 naar 41 gedaald, maar dat is ruim voldoende voor de taakstelling van 12 statushouders in het tweede halfjaar.